Tuesday, March 16, 2010

 

marcoumar versus acenocoumarol

Wat is het verschil tussen marcoumar (phenprocoumon) en sintrom (acenocoumarol) en waarom kiest de ene arts voor het ene medicijn en een andere arts voor een ander medicijn?

Beide middelen zijn antistollingsmiddelen van de coumarine-groep. Dit betekent dat ze dezelfde werking hebben. Het grote verschil tussen deze medicijnen zit in de werkingsduur die bij Marcoumar ontzettend lang is en bij sintrom heel kort. Bij marcoumar duurt het 140 uur (ongeveer 7 dagen) voor de helft van het medicijn uit het bloed is verdwenen. Bij Sintrom is dat maar 11 uur.

Wat zijn de voor- en nadelen van beide medicijnen?

Phenprocoumon (Marcoumar)

  • betere kwaliteit van antistolling: door zijn lange werkingsduur heeft phenprocoumon het voordeel minder te schommelen op lange termijn dan acenocoumarol. De patiënten zijn een groter deel van de tijd binnen hun INR-streefwaarden.

  • tijdstippen van inname en INR-meting zijn minder belangrijk: door de werkingsduur die veel langer is dan een dag, is het verband tussen het innemen van de phenproumon en de INR op die dag beperkt. Verschuivingen in de tijdstippen van inname en meting zullen dan ook weinig effect hebben op de gemeten INR.

  • het eenmalig vergeten van een inname heeft minder gevolgen: door de lange werkingsduur is de INR bij phenprocoumon niet alleen afhankelijk van de ingenomen medicatie van die dag, maar ook van de laatste 14 dagen. Dit betekent dat als men een dag vergeet in te nemen, dit niet veel effect zal hebben op de INR behalve een lichte daling in de daarop volgende dagen.

  • bij lichte bloedingen of een te hoge INR zal het onderbreken van de medicatie weinig effect hebben: door de lange werkingsduur heeft het een dag overslaan van phenprocoumon enkel een trage daling van de INR als gevolg. Als een sneller effect moet geraliseerd worden, zal vitamine K nodig zijn
    bij lagere INR-waarden dan wat het geval is bij acenocoumarol. Indien onmiddellijke correctie van de stolling noodzakelijk is, dient 4-Factorenconcentraat te worden toegediend.

  • het beredeneren van de doserering is wat moeilijker en wat meer abstract: door de lange werkingsduur is de INR bij phenprocoumon afhankelijk van de inname van de laatste 14 dagen en moet om de dosering te beredeneren dus rekening worden gehouden met de voorafgaande inname. Het effect van phenprocoumon kan een hele tijd doorwerken. Als de inname een aantal dagen is gestopt of vitamine K is gegeven, zal de INR toch nog verhoogd zijn, en dient niet opnieuw (volledig) te worden opgestart met de medicatie. Bij phenprocoumon wordt vaak gezien dat na toediening van vitamine K de INR normaal wordt maar nadien weer stijgt nadat het vitamine K effect is uitgewerkt. Het effect van phenprocoumon duurt langer dan dat van vitamine K.

Acenocoumarol (Sintrom)

  • mindere kwaliteit van antistolling: door zijn korte werkingsduur heeft acenocoumarol het nadeel meer te schommelen op korte en lange termijn dan acenocoumarol. De patiënten zijn een kleiner deel van de tijd binnen hun INR-streefwaarden dan bij phenproucomon.

  • tijdstippen van inname en INR-meting zijn heel belangrijk: door de korte werkingsduur die niet veel langer is dan een dag, is het verband tussen het innemen van de acenocoumarol en de INR op die dag heel duidelijk. Verschuivingen in de tijdstippen van inname en meting zullen dan ook potentieel belangrijke effect hebben op de gemeten INR.

  • het eenmalig vergeten van een inname heeft duidelijke gevolgen: door de korte werkingsduur is de INR bij acenocoumarol sterk afhankelijk van de ingenomen medicatie van die dag, en in mindere mate van de voorgaande 2 dagen. Dit betekent dat als men een dag vergeet in te nemen, dit onmiddellijk een duidelijk effect zal hebben op de INR. Twee dagen vergeten en de INR zal bijna normaal zijn.

  • bij lichte bloedingen of een te hoge INR zal het onderbreken van de medicatie een vlug effect hebben: door de korte werkingsduur heeft het een dag overslaan van acenocoumarol een snelle daling van de INR als gevolg. Dit betekent dat gemakkelijk tegen de patiënt kan worden gezegd een dagje over te slaan. Vitamine K zal enkel nodig zijn om hogere INR-waarden te laten dalen, hogere waarden dan bij phenprocoumon. Indien onmiddellijke correctie van de stolling noodzakelijk is, dient 4-Factorenconcentraat te worden toegediend.

  • het beredeneren van de doserering is wat gemakkelijker en duidelijker: door de korte werkingsduur is de INR bij acenocoumarol vooral afhankelijk van de inname van de voorgaande dag. Het is dus gemakkelijker om de dosis te
    beredeneren. Wat men vandaag doet, heeft morgen effect en in principe is er bijna geen uitgesteld effect zoals bij pheprocoumon. Als de inname een aantal dagen is gestopt of vitamine K is gegeven, zal de INR normaal zijn, en dient opnieuw te worden opgestart met de medicatie.

Samenvattend is het voordeel van phenprocoumon (Marcoumar) dus zijn betere kwaliteit van antistolling door zijn lange werkingsduur, en betekent dit dat er wat losser met het tijdstip van inname en meting kan worden omgegaan. Het moet bekeken worden als een wat "log" medicijn: het reageert wat trager maar wat je doet heeft een langdurig effect. Een beetje als het sturen van een grote olietanker; het duurt even voor het schip op koers is, en overdreven bewegingen geven lange afwijkingen van de koers, maar als het schip op koers ligt, zal het moeilijker van die koers afwijken. Sleepboten (vitamine K) kunnen nodig zijn om snelle correcties te doen. Acenocoumarol (Sintrom) is als een zeiljacht: makkelijk wendbaar; kleine bewegingen geven onmiddellijk koersafwijkingen die weer snel kunnen corrigeren maar de koers is moeilijk houdbaar. Sleepboten zijn enkel nodig is bijzondere gevallen.

Waarom kiest de ene arts of trombosedienst voor phenprocoumon en de andere voor acenocoumarol?
Kort gezegd: de ene vaart liever met een olietanker en de andere met een zeiljacht. De ene heeft meer oog op de stabiliteit en de andere op de wendbaarheid. En hoewel er genoeg aanwijzingen waren voor het voordeel van phenprocoumon, is het pas recent dat drie grote studies (Gadisseur et al, Penning-van Beest et al, Fihn et al) zijn uitgevoerd om de twee medicijnen te vergelijken. Alledrie geven ze hetzelfde resultaat, namelijk dat het langwerkende phenprocoumon een beter kwaliteit van antistolling geeft. In Italie is een vergelijking gedaan tussen acenocoumarol (Sintrom) en warfarine (werkingsduur 40 uur) en ook daar kwam het langer werkende warfarine als beter uit de bus dan het kortwerkende acenocoumarol.

Deze pagina is geschreven door Dr. A.P.A. Gadisseur, toen werkzaam als internist - hemeatoloog bij het LUMC en de Trombosedienst Leiden. Meer informatie over anti-stolling treft u aan op de site van de


Comments: Post a Comment



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?